Een rouwproces gaat gepaard met veel verschillende (op zich normale) emoties zoals: pijn, verdriet, wanhoop , angst…. De intensiteit van de beleving kan van dag tot dag en van persoon tot persoon verschillen. Vaak ervaren mensen in rouw gelijktijdig verschillende emoties en zijn ze én verdrietig én boos. Ook kan een gevoel van opluchting bij de rouw ervaren worden. Deze opluchting kan door verschillende redenen ervaren worden bijvoorbeeld omdat er een einde is gekomen aan het lijden, dat het zorgen voor de zieke voorbij is, dat het wachten op de dood van de dierbare voorbij is. Het gevoel van opluchting kan ook gepaard gaan met een schuldgevoel. Kort om, alle gevoelens die er bestaan kunnen deel uitmaken van rouw.
Er zijn verschillende geleerden die rouw bij mensen hebben onderzocht. Een van de bekendste onderzoekster op dit gebied is psychiater Elisabeth Kübler-Ross (1926 — 2004).Zij schreef verschillende boeken over rouw. Zij beschrijft in haar boek On Grief And Grieving' rouw in vijf fasen:
Ontkenning, Woede, Onderhandelen/Marchanderen, Depressie en Aanvaarden (uitgebreidere omschrijving van de vijf fasen van Kübler-Ross staan in de onderste alinea van deze pagina).
Lange tijd is dit boek een wegwijzer geweest voor veel rouwdeskundige. Nu, jaren later kunnen we uit ervaring leren dat deze rouwprocessen lang niet in alle gevallen op gaan. Sommige mensen zullen slechts een aantal fases doormaken of dit mogelijk heel anders ervaren.
Een wat nieuwere theorie over rouw is het duale procesmodel van Maggie Stroebe, (hoogleraar Verliesverwerken in Groningen) en Henk Schut (Universitair hoofddocent Psychologie - Klinische psychologie aan de universiteit in Utrecht)
Dit model gaat niet uit van fasen of taken maar van de twee werkelijkheden die aandacht vragen in een rouwproces. Zij zeggen dat de juiste manier van rouwen bestaat uit twee vormen: Rouw die aandacht geeft aan het verlies en rouw die is gericht op herstel. Als rouwend persoon moet je proberen het verlies te erkennen en het verdriet een kans geven.Daarnaast moet je ook proberen af en toe afstand te nemen van het verlies. Ga op zoek naar afleiding en pas je leven aan de nieuwe situatie aan. Het belangrijkste is dat u zich realiseert dat geen mens gelijk is en dat gaat ook op voor de manier waarop mensen omgaan met rouw.
Er kunnen emotionele problemen gaan ontstaan als de rouwende gaat twijfelen aan bepaalde (vermeende) zekerheden over het leven door het overlijden van een dierbare. Ook verwachtingen over de toekomst vragen soms om bijstelling. Rouwende kunnen twijfels krijgen over de zin van het leven. Het opnieuw vinden van doel en zin kan een moeizaam proces zijn. Soms komen gedachten aan zelfdoding voor. Meestal vinden deze een oorsprong in een intens verlangen naar een hereniging met de overledene of wanhoop en paniek.
Wanneer een rouwende concrete suïcideplannen uit, moet de omgeving alert zijn en hulp adviseren. De huisarts is doorgaans de eerste aangewezen persoon waar mensen hulp kunnen zoeken.
In een rouwproces lijken gevoel en verstand een flinke spagaat te maken. Het gevoel wil alles ‘bij het oude houden’, bij hoe het was toen de dierbare nog deel uitmaakte van het leven, maar het verstand weet dat ‘het oude’ voor goed en altijd voorbij is. Een rouwproces ontwikkelt zich doorgaans door enerzijds de confrontatie met het gemis aan te gaan, anderzijds oog te durven hebben voor het nieuwe leven. De confrontaties zullen naarmate het proces zich voortzet steeds minder pijnlijk worden. Naast de slechte dagen zullen op den duur steeds meer goede dagen komen. Het betekent niet dat het verdriet geheel zal verdwijnen, maar wel dat het beter beheersbaar wordt.